PARTIJ VOOR DE DIEREN EIST MEER OPENHEID IN GEGEVENS DIERPROEVEN

Den Haag, 20 juni 2008 - De rechtbank te Amsterdam heeft geoordeeld dat de Universiteit Utrecht gehoor moet geven aan het verzoek van de Partij voor de Dieren om gegevens openbaar te maken over de besluitvorming rond de dierproeven die op de universiteit worden verricht.

De Partij voor de Dieren had met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) gevraagd om inzage in de verslagen van de Dierexperimenten Commissie (DEC) van de UU. In deze verslagen zouden de afwegingen zijn na te lezen die hebben geleid tot het al dan niet geven van toestemming voor het verrichten van dierproeven voor een bepaald doel. Eerder stelde de rechter de Partij voor de Dieren al in het gelijk in een vergelijkbare zaak tegen Wageningen Universiteit, vorig jaar augustus.

De rechter velde direct een oordeel in de hoofdzaak, omdat zij van mening was dat de kwestie voldoende helder is. Op basis van die uitspraak besloot het Leids Universitair Medisch Centrum gehoor te geven aan het WOB-verzoek van de Partij voor de Dieren. De Universiteit Utrecht volhardde echter in haar weigering, waarop de partij beroep aantekende. De rechter heeft nu opnieuw geoordeeld dat er geen grond bestaat voor de weigering van een universiteit om de verslaglegging haar Dierexperimenten Commissie openbaar te maken.

Openbaarheid van DEC-adviezen is van groot belang voor het proefdierdebat, omdat daarmee eindelijk helder wordt welke dierproeven er aan Nederlandse kennisinstituten gedaan worden, volgens welke protocollen ze plaatsvinden en wat de overwegingen zijn (geweest) om ze toe te staan.

Een onafhankelijke evaluatie wees in 2005 al uit dat de Wet op de dierproeven achterloopt op de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan rond de openbaarheid van bestuursorganen. Zowel de farmaceutische industrie als de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen hebben zich daar fel tegen verzet, waarop toenmalig VWS-minister Hoogervorst concludeerde dat er "geen draagvlak" bestond voor meer openbaarheid. Ook de huidige minister (Klink, CDA), geeft aan vooralsnog niet tegemoet te willen komen aan de wens tot meer controle vanuit het parlement.

De Partij voor de Dieren is verheugd met de uitspraak van de rechter. Esther Ouwehand: "De geheimzinnigheid rondom dierproeven, waarmee universiteiten zich in strijd met de bedoelingen van de wetgever konden onttrekken aan democratische controle, lijkt eindelijk te worden doorbroken. Het maatschappelijke debat over de aanvaardbaarheid van dierproeven zal hiermee een nieuwe impuls krijgen."