ZOEKTOCHT NAAR GOEDKOPE APEN

AstraZeneca en andere bedrijven wijken uit naar China waar de dieren goedkoop zijn en de wetgeving minder streng

Het weer in Kunming is het hele jaar door aangenaam. De stad, die in het zuidwesten van China ligt, heeft een achtergrond van bergen, brede boulevards en mooie parken, en staat bekend om haar bloemen. Terwijl Beijing luidruchtig en vervuild is, is Kunming, ook wel bekend als de ‘Stad van de Lente’, rustig en mooi.

Kunming heeft de laatste tijd meer bezoekers dan normaal ontvangen. In de afgelopen maanden hebben vertegenwoordigers van verschillende grote farmaceutische bedrijven, waaronder AstraZeneca en Wyeth, onderzoeksinstellingen en zelfstandige onderzoekers uit Amerika en Europa, de stad allemaal bezocht in hun zoektocht naar apen.

In de bossen aan de rand van de stad ligt het Kunming Primate Research Center, waar ongeveer 1.800 apen zitten. Omdat het klimaat het hele jaar door warm is, worden de apen buiten gehouden met genoeg ruimte om rond te kunnen rennen en te spelen. [Dit idyllische plaatje doet natuurlijk niets af aan het feit dat deze apen in gevangenschap leven in een situatie die op geen enkele manier lijkt op een leven in vrijheid in de natuur, en uiteindelijk hun dood zullen vinden in pijnlijke en nutteloze experimenten.] Vlak in de buurt ligt het gerenommeerde Kunming Institute of Zoology, dat deel uitmaakt van de Chinese Academy of Science.

Er zijn verschillende apencentra in China, al is Kunming het meest bekende en bieden ze allemaal directe voordelen. Met een prijs van ongeveer 800 dollar is het kopen van een aap in China ongeveer tien keer goedkoper dan in de V.S. Het onderhouden van apen is eveneens goedkoper. Voeg hieraan toe het feit dat China beschikt over goed opgeleide onderzoekers en zo goed als geen dierenrechtenactivisme kent, en onderzoek doen op apen in China is een logisch iets. [Tenminste, logisch vanuit een economisch oogpunt, maar onbegrijpelijk vanuit een ethisch oogpunt.]

Het is dan ook geen verassing dat apencentra als paddestoelen uit de grond schieten in China. Bridge Pharmaceuticals, een commerciële onderzoeksinstelling uit Californië, lanceerde een dierencentrum in Beijing in November 2005, het eerste centrum dat naar Amerikaanse standaard werd gebouwd. Anthony Chan van het in Atlanta gevestigde Yerkes National Primate Research Center gaat samenwerken met een nieuw instituut in Beijing om apenmodellen te creëren voor diabetes en hartziektes. Bruce Lahn, die in 2003 een stamcelonderzoekscentrum in Sun Yat-sen Universiteit lanceerde, kreeg zo’n grote vraag om samenwerking dat hij samen met zijn broer een bedrijf genaamd Cyagen oprichtte.

“Tien jaar geleden was de infrastructuur nog niet aanwezig. Over tien jaar kan het misschien te laat zijn,” aldus Lahn, een geneticist aan de University of Chicago in Illinois. “Je wil niet te vroeg zijn en als proefkonijn fungeren, maar je wil ook niet te laat zijn.” [Het is op zijn minst ironisch te noemen dat deze onderzoeker geen spreekwoordelijk proefkonijn wil zijn, maar ondertussen geen problemen heeft met het gebruik van dieren voor experimenten.]

Het is zeker niet te vroeg voor een zelfstandige onderzoeker om met één van deze centra samen te gaan werken. China heeft echter nog steeds wat werk te verrichten voordat bedrijven die op zoek zijn naar apen voor grote onderzoeksprojecten ook aan boord gaan.

“Het zal een tijdje duren voordat Chinese faciliteiten en de situatie in China in zoverre verbeteren dat mensen zich hier comfortabel bij voelen,” zegt John Reid, directeur van Global Discovery Alliances voor AstraZeneca. “Ik betwijfel dat de huidige situatie aan alles voldoet waaraan deze moet voldoen om het nu te laten gebeuren.”

Dichtbij mens

Niet-menselijke primaten zijn het model bij voorkeur bij verschillende studies, waaronder de studie van de hersenen en gedrag, HIV/AIDS en andere besmettelijke ziektes, en het testen van vaccins en medicijnen. In de V.S. wordt een meerderheid van het academische onderzoek op apen gedaan in een van de acht centra die gefinancierd worden door de U.S. National Institutes of Health (NIH). Deze centra huizen samen meer dan 20.000 apen van meer dan 20 verschillende soorten, waaronder rhesus apen, makaken, tamarins, en marmosets.

In 2004 gebruikten wetenschappers in de V.S. naar schatting 54.998 apen. Men verwacht dat dit aantal sterk zal stijgen in de komende jaren. Bedrijven maken steeds meer gebruik van op proteïne gebaseerde behandelingen, die waarschijnlijk immuniteit tot stand kunnen brengen. Wat betreft grootte, fysiologie en complexiteit is de muis, vaak de eerste keuze in een onderzoek, een slechte vergelijking met menselijke immuniteitsreacties; testen op apen levert resultaten op met een grotere overeenkomst. [De overeenkomst mag dan groter zijn, maar net zoals er een verschil is tussen muis en aap en tussen muis en mens, is er natuurlijk ook een fysiologisch verschil tussen aap en mens, wat betekent dat het testen op apen nog steeds geen bruikbare resultaten voor de mens op kan leveren.]

Met de hoge kosten die gemoeid zijn met het houden van apen, kunnen studies snel erg duur worden. In China zijn de kosten van giftigheidstesten veel lager, en variëren van 2.000 tot 5.000 dollar per aap per test. “Er is zeker een rol voor China wat betreft het verlagen van de kosten en tegelijkertijd het hooghouden van de kwaliteit,” zegt Glenn Rice, voorzitter en CEO van Bridge Pharmaceuticals.

Kosten zijn zeker een grote drijfkracht voor fabrikanten van medicijnen om apen in China te zoeken. Maar woordvoerders van deze bedrijven benadrukken dat lagere kosten niet ten koste mogen gaan van een hoge standaard. Ze zijn ook bezorgd dat hun komst in China gezien zal worden als een manier om aan de striktere Europese en Amerikaanse wetgeving te ontsnappen. [Wat natuurlijk ook het geval is, aangezien de stand van dierenrechten in China nog vele malen lager is dan die in Amerika en Europa. Dit blijkt zeer duidelijk uit het feit dat apen illegaal uit de jungle gevangen worden om vervolgens aan dierproefcentra over de hele wereld geleverd te worden, maar ook uit andere industrieën dan de proefdierindustrie, zoals de bontindustrie bijvoorbeeld.]

“Het probleem is de wereldwijde bezorgdheid over dierenrechten,” zegt AstraZeneca’s Reid. “Ik denk dat het probleem zo groot is dat als er niet goed mee omgegaan wordt, dit een negatieve invloed op de wereldwijde verkoop van medicijnen kan hebben.” [Het feit alleen al dat Reid bezorgdheid over dierenrechten als een probleem bestempelt zegt genoeg over zijn standpunt, wat onderschreven wordt door de daarop volgende opmerking waaruit duidelijk blijkt dat economische belangen, en niet ethiek, voorop staan.]

AstraZeneca heeft al jaren een conservatief beleid dat onderzoek op apen uitsluit, maar is erover aan het denken dit beleid te herzien. Om een samenwerking met een Chinees centrum tot stand te laten komen, zegt Reid, zou het bedrijf een centrum moeten vinden dat niet alleen aan internationale eisen voor dierenwelzijn voldoet, maar deze zelfs overtreft. [Dit klinkt mooi, maar ten eerste stellen de internationale eisen voor dierenwelzijn weinig voor, en ten tweede is het duidelijk dat AstraZeneca totaal niet geïnteresseerd is in dierenwelzijn omdat ze nog altijd zaken doen met Huntingdon Life Sciences, Europa’s grooste en meest meedogenloze dierproefcentrum. Interessant ook is dat AstraZeneca, naast een grote rechtzaak betreffende sexuele intimidatie achter de rug te hebben, in 2007 (samen met onder andere GlaxoSmithKline, een andere klant van HLS) is beschuldigd van het financieren van Saddam Hussein, waaruit wederom blijkt dat ethiek en respect voor leven—zij het van mens of van dier—niet erg hoog op de lijst van dit bedrijf staan.]

Dit artikel, getiteld “News Feature: Monkey business” werd oorspronkelijk gepubliceerd in Nature Medicine en is geschreven door Apoorva Mandavilli in samenwerking met David Cyranoski.

Maremont, Mark en Jane A. Sasseen. “Abuse of Power—Part 1.” Business Week.
http://www.businessweek.com/1996/20/b34751.htm

---. “Abuse of Power—Part 2.” Business Week. http://www.businessweek.com/1996/20/b34752.htm

Leigh, David en Rob Evans. “Firms accused of bribing Saddam to be investigated by fraud office.” The Guardian. Feb 14 2007. http://www.guardian.co.uk/Iraq/Story/0,,2012485,00.html