Dierenactivisme
nieuwe styl
Robert
Molenaar (29) is activist van de Anti Dierproeven Coalitie. Hij is veroordeeld
voor het bevrijden van nertsen, wordt gevolgd door de AIVD, maar gaat
door met zijn acties tegen dierproefcentra.
“Weet
je waarom ze Beagles gebruiken in dierproefcentra? Omdat het zulke sociale
honden zijn. Ze geven ze expres een tijd geen aandacht. Daarna zijn
die honden zo dolblij, dat ze alles met zich laten doen. Zo kunnen ze
bij wijze van spreken kwispelend worden opengesneden.
Ik heb gruwelijke videobeelden gezien van hoe het eraan toe gaat in
dierproefcentra. Beelden van Beagles die in hun gezicht gestompt worden,
apen die zonder verdoving worden opengesneden. Die dieren hebben doodsangst
in hun ogen, terwijl de medewerkers praten over naar welke film ze gaan.
Dat is iets wat mij diep raakt. En wat mij beweegt om mij de rest van
mijn leven in te zetten voor de dieren.
In 2001
ben ik veroordeeld voor betrokkenheid bij het bevrijden van nertsen
in drie nertsenfokkerijen in Denemarken. Daar heb ik een half jaar voor
gezeten. En later heb ik nog eens twee weken vastgezeten in de koepelgevangenis
in Haarlem. Maar als je dat afzet tegen het dierenleed waar wij tegen
strijden, dan is dat natuurlijk peanuts. Ik ben blij dat er activisten
zijn die het risico nemen een tijdje in de gevangenis door te brengen
om dieren in fokkerijen te bevrijden. Het is de puurste vorm van activisme.
Volgens het wetboek van strafrecht mag dat niet, maar als je het belang
van dieren onderkent, laat je je daar niet door weerhouden. Dat is ook
geen heilig boek natuurlijk. Als het leven van zoveel dieren wordt ontnomen,
houdt ook het wetboek een keertje op voor ons.
We weten dat de AIVD en de Nationale Recherche de Anti Dierproeven Coalitie
volgen en afluisteren. Ze doen het bij me thuis, bij mijn werk, bij
mijn ouders, in mijn hele omgeving. Dat kan vervelend zijn, maar het
ligt niet aan mij. Ik heb ze niet gevraagd om dat te doen.
Vaak werkt die aandacht in ons voordeel. De politie en de AIVD bellen
wel eens bedrijven op, als we van plan zijn daar te gaan demonstreren.
Gaan ze verhalen over ons ophangen hoe erg wij zijn. Je kunt je voorstellen
dat onze demonstratie dan twee keer zo hard aankomt. Prima. Als dat
ervoor zorgt dat een bedrijf de samenwerking met een dierproefcentrum
stopt, is dat een enorme plus voor ons.
In Venray willen ze nu een nieuw dierproefcentrum bouwen, Sciencelink.
Het is een plan van de provincie Limburg en de Venrayse wethouder Lei
Heldens. Ze willen nieuwe werkgelegenheid creëren en er gaat nu
eenmaal veel onderzoeksgeld om in de wereld van life sciences. Dat daar
dieren voor worden gebruikt is voor hen geen probleem. Er zijn al 81
dierproefcentra in Nederland, er worden al 600.000 dieren gebruikt.
Nog een centrum erbij ter promotie en ambitie van de provincie Limburg
en de wethouder van Venray tolereren wij niet.
Sciencelink gaat er dus ook niet komen. Mochten ze met de bouw beginnen,
gaat ze dat verschrikkelijk veel geld kosten. Wij zullen elke potentiële
huurder en koper afschrikken. Bedrijven die aan Sciencelink deelnemen,
kunnen nu alvast rekening houden met campagnes en protesten. We zullen
bijna wekelijks voor hun deur staan. Zoiets heeft grote impact op hun
bedrijfsvoering. Die willen wij beïnvloeden. Dat is het conflict
en de confrontatie die wij altijd aangaan.
In het buitenland
is deze methode al heel succesvol. Oxford University is bezig een groot
dierproefcentrum te bouwen, maar dankzij alle protesten en demonstraties
ligt dat werk al twee jaar stil en zijn de kosten enorm opgelopen. Allemaal
tijd en geld die ze anders zouden gebruiken om dieren te testen.
In dit kader moeten mensen ook onze protesten tegen Euronext van het
afgelopen jaar zien. Ik snap dat heel veel mensen dat verhaal niet begrijpen,
maar ons protest richt zich tegen Huntington Life Sciences, het grootste
dierproefcentrum van Europa. Zij verspreiden hun aandelen via de New
York Stock Exchange, die is gefuseerd met Euronext.
Wanneer die beurzen niet langer meer die aandelen willen verhandelen,
zakt de hele aandelenmarkt van Huntington Life Sciences in elkaar. Zo
kom je aan het kapitaal van dat bedrijf. Dierenactivisme anno 2007 is
niet meer alleen met een bordje voor de deur staan, het is begrijpen
hoe een bedrijf in elkaar steekt, weten wat de financiële stromen
zijn.
Als mensen zich tijdens deze acties bedreigd voelden, vind ik niet onze
verantwoordelijkheid. De bedrijven moeten zich realiseren dat ze beter
niet kunnen samenwerken met een dierproefcentrum. Wij doen slechts wat
we moeten doen: opkomen voor de dieren. De werkelijke bedreiging is
dat in proefdiercentra dieren kapot gemaakt worden. Dat is lévensbedreigend.
Wat wij zeggen, is: dit zijn de consequenties van je gedrag, door in
zee te gaan met dierproefcentra.
Demonstreren
pal voor een winkel, zodat de klandizie terugloopt, kan dat?
“Ja, als die winkel fout bezig is, is dat een heel effectieve
manier.”
Leuzen op huizen of auto’s van mensen spuiten?
“Ik ben er niet om te oordelen over anderen. Maar ik kan er er
wel begrip voor opbrengen.”
De directeur van proefdiercentrum BPRC in Rijswijk ’s
nachts opbellen en zeggen: wat Fortuyn overkwam, gebeurt ook met jou?
“Dat is een ander uiterste. Het is moeilijk om te beoordelen of
dat kan. Ik kan er geen ja of nee op zeggen. Dan schets ik mezelf wel
of niet als een heel extreme man, en dat ben ik niet.
Van de andere kant is de directeur van het BPRC wel een man die toestaat
dat apen genetisch gemanipuleerde varkensharten krijgen ingeplant. Gaan
ze kijken hoe lang het duurt voordat dat hart wordt afgestoten. Die
dieren hebben enorme pijn. Als je dat op video zou zetten en het mensen
laat zien, zou 90 procent van de bevolking zeggen: het maakt me niet
uit wat je met die man doet, maar dit kan gewoon niet.”
Waar staat de mens in jouw dierbeeld?
“Ik heb heel veel met mensen. Net zoveel als met dieren. Maar
het zijn de mensen die beslissingen nemen of dieren wel of niet gaan
lijden. Medestanders geven we een hand, tegenstanders geven we een tik
op de vingers. Uiteindelijk moeten we er wel samen uitkomen. Ik ken
geen wrok tegen dierenbeulen, wanneer die stoppen met dieren leed toebrengen.
Er zijn voorbeelden bekend van mensen in slachthuizen of slagerijen
die vegetariër zijn geworden. Dat is de grote verandering die je
wilt teweegbrengen. Je kunt geen dieren redden door mensen te haten.”
Bron:
Revu. Koen Voskuil