Levensechte
lever
Celstructuur
op chip nagebouwd
door: Arjen Dijkgraaf
Met productietechnieken
uit de halfgeleiderindustrie hebben MIT-onderzoekers kleine kolonies van
menselijke levercellen opgebouwd die zich vrijwel net zo gedragen als
een echte lever. De ‘lever op een chip’ is ideaal voor het
testen van de toxiciteit van nieuwe geneesmiddelen, zo melden ze op de
website van Nature Biotechnology.
De kolonies
hebben een diameter van een halve millimeter. Er zitten er 37 in elk putje
van een standaardformaat ‘24 well’-kweekplaat, gemaakt van
polystyreen.
Ze worden
aangebracht via ‘soft lithography’. In elk putje wordt een
matrijs van flexibel polydimethylsiloxaan (PDMS) neergelegd met gaatjes
in het gewenste patroon. Daar gaat collageen overheen, dat door de gaatjes
dringt en zich aan de bodem hecht. Haal je daarna de matrijs weg en bewerk
je het oppervlak met levercellen (hepatocyten) dan hechten die zich alleen
aan het collageen. Vervolgens kun je er ondersteunend weefsel (fibroblasten)
omheen laten groeien en krijg je een structuur die sterk lijkt op die
van een echte lever.
De levercellen
produceren albumine, ureum en de enzymen waar een echte lever toxines
mee afbreekt. Of ze echt alle 500 bekende leverfuncties nabootsen is nog
de vraag, maar de onderzoekers denken van wel. In elk geval komt de genetische
expressie vrijwel overeen met die van verse levercellen. En tests met
stoffen, waarvan de toxiciteit bekend is, lieten het beeld zien dat je
van een echte lever zou verwachten.
Dergelijke
levers-op-een-chip zouden veel goedkoper moeten zijn dan de levercelculturen
(of de proefdieren) die nu nog voor toxiciteitstests worden gebruikt.
Handig is ook dat de kolonies maximaal 6 weken blijven leven, zodat je
ook de toxiciteit op de iets langere termijn kan gaan denken.
Inmiddels
is een spin-off genaamd Hepregen van start gegaan om de kunstlevers te
commercialiseren.
bron: MIT