Knesset
verbiedt dierproeven op cosmetische producten
Door Sheera Claire Frenkel
Dierenasiels in Israël hebben zich voorbereid op de komst van nieuwe
bewoners, nadat de Knesset (het Israëlische parlement) afgelopen
maandag nieuwe wetgeving omtrent dierproeven heeft ingevoerd. Deze wetgeving
verbiedt met onmiddellijke ingang het testen van cosmetica en schoonmaakmiddelen
op dieren, wat betekent dat de twee tot drieduizend dieren die op dit
moment gebruikt worden voor dergelijke proeven vrijgelaten zullen worden.
“Dit is een belangrijke wet die de veranderende houding van
de samenleving tegenover dierenrechten reflecteert,” stelde
parlementslid Gideon Sa’ar van de Likud partij, die het wetsvoorstel
had gedaan. Hieraan moest hij echter wel toevoegen dat het testen van
medicijnen op dieren nog wel binnen de huidige wetgeving valt.
Sa’ar vertelde aan het parlement dat hij de wet had voorgesteld
op aandringen van zijn zestienjarige dochter, Daniella, die hem in eerste
instantie met het voorstel had benaderd.
“Op basis van wat Daniella had gezien en geleerd, wist ze me
te overtuigen van het belang van deze wet. Ik ben erg trots op deze nieuwe
generatie die een humane samenleving wil en een zonnige toekomst voor
Israël zal verzekeren,” zei Sa’ar. Hij voegde hieraan
toe dat deze nieuwe wet de wetgeving van Israël op gelijke hoogte
bracht met die van de Europese Unie, die drie jaar geleden beiden soortgelijke
wetten invoerden.
“We wilden niet dat Israël de achtertuin van cosmetische
bedrijven zou worden waar zij hun producten konden testen,”
zei Anat Refua, directrice van Let the Animals Live. Na het verbod op
dierproeven voor cosmetica in Europa gingen veel bedrijven op zoek naar
alternatieve locaties om hun producten te testen op dieren, waarvan velen
uiteindelijk bij de Filippijnen en Vietnam terecht kwamen, aldus Refua.
Hoewel er verschillende alternatieven voor dierproeven zijn, waarvan
een groot deel draait om synthetische replica’s, blijven dierproeven
de goedkoopste manier voor bedrijven om hun producten te testen.
Voordat Sa’ar’s wetsvoorstel werd gerealiseerd, stelde de
Israëlische wet dat de Council on Animal Experimentation toestemming
voor dierproeven kon verlenen aan bedrijven die cosmetische producten
of schoonmaakmiddelen produceren als dat nodig was.
Dierenactivisten stellen echter dat deze raad vaak gunsten verleende aan
dergelijke bedrijven, omdat veel van de raadsleden zelf werkzaam waren
voor één van de twintig bedrijven in Israël die zich
bezighouden met dierproeven. Uit een rapport uit 2004 kwam ook naar voren
dat er “niet genoeg” controle was op de raad.
Alhoewel Sa’ar blij zegt te zijn met het doorlaten van zijn wetsvoorstel,
zwoer hij ook een tweede wetsvoorstel in te dienen dat het importeren
van producten die op dieren zijn getest zou verbieden. Hij had dit wetsvoorstel
al één keer eerder gedaan maar kreeg toen net niet genoeg
stemmen.
Refua zei dat ze hoopte dat het Sa’ar zou lukken om ook dit tweede
wetsvoorstel door te voeren, en dat in de tussentijd het Israëlische
volk maar moet “stemmen met hun geld” en ervoor moet zorgen
dat de producten die ze kopen niet op dieren zijn getest.
DIERPROEVEN VOOR COSMETICA IN EUROPA
In 2009 is het in Europa verboden om dierproeven uit te voeren voor cosmetica.
Helaas zijn de meeste cosmetica produkten wel getest op dieren, buiten
de EU!
De Europese Unie heeft een import verbod ingesteld op cosmetica produkten
die getest zijn op dieren per 2009. Met uitzondering van 3 soorten dierproeven
die pas per 2013 verboden worden, mits er 'voldoende alternatieven' voor
handen zijn. Dit geeft de industrie een ontsnappingsclausule.
|